De behandeling van een stijve knie na een knie prothese
Arthrofibrose is een complicatie die kan optreden na een totale knieprothese (TKP). Deze complicatie uit zich met name in een vermindering van bewegingsvrijheid. Het strekken en buigen in de knie zijn beperkt. Deze beperking in mobiliteit en dan met name het strekken staat een normaal looppatroon in de weg. Voor een ontspannen en soepel gangpatroon is een volledige strekking cruciaal. Deze bewegingsbeperking in de knie kan op twee verschillende manieren worden behandeld: fysiotherapie en doorbewegen(manipulatie) onder narcose.
Achtergrond
Een totale knieprothese is vaak het antwoord op vergevorderde artrose in het kniegewricht. Bij deze groep mensen heeft conservatieve therapie niet het gewenste resultaat gebracht. Na verschillende stappen te hebben doorlopen is in overleg met de behandelend specialist gekozen voor een totale knieprothese, met als reden om een bepaalde mate van kwaliteit van leven terug te winnen. Een groot deel van deze mensen is na een totale knie prothese tevreden met het eindresultaat na 6-12 maanden. Echter blijft een groep van ongeveer 20% klachten houden op de ene of andere manier. Arthrofibrose kan een oorzaak zijn voor aanhoudende klachten na de gewrichtsvervangende operatie.
Arthrofibrose wil zeggen een bewegingsbeperking in de knie die niet te verklaren is vanuit een normale remming vanuit de knieprothese. Dit wil zeggen niet door dat de prothese een verkeerde positie heeft of verkeerde maat/ grootte welke niet zou matchen bij het lichaam. Ook moeten zaken worden uitgesloten zoals een infectie van de knie.
Er wordt een onderscheidt gemaakt tussen vroege arthrofibrose en late arthrofibrose. We kunnen spreken over vroege artrofibrose wanneer en klachten ontstaan binnen 3-6 maanden na de operatie Late arthrofibrose houdt in dat de klachten ontstaan na 6 maanden geteld vanaf de operatiedatum.
Een andere veel gebruikte vorm om de mate van arthrofibrose te classificeren is op basis van beperking in bewegelijkheid:
- Mild, 90-100 graden buiging en 5-10 graden strekbeperking
- Gemiddeld, 70-89 graden buiging en 11-20 graden strekbeperking
- Ernstig, minder dan 70 buiging en meer dan 20 graden strekbeperking
Waarom arthrofibrose na totale knieprothese?
De exacte reden voor arthrofibrose na totale knieprothese blijft onduidelijk. Wel weten we dat bepaalde factoren bijdragen aan het ontwikkelen van deze klachten.
Factoren die aanwezig zijn voor de operatie kunnen zijn:
- Te hoog BMI
- Eerdere operaties aan het kniegewricht, zoals een voorste kruisband operatie
- Verminderde beweeglijkheid, met name in de strekking
Factoren die bijdragen die samenhangen met de operatie zelf:
- Niet passende maat van de knieprothese
- Verkeerde positie van de prothese
Factoren die bijdragen na de operatie:
- Inadequate fysiotherapie
- Aanhoudende ontstekingsreactie in de knie
- Verhoogde pijnbeleving tijdens de revalidatie
Conservatief vs. invasief
Conservatieve behandeling is een medische behandeling waar niet wordt gekozen voor een invasieve procedure, dit wil meestal zeggen operatie of bijvoorbeeld een injectie. In plaats daarvan richt de behandeling zich op niet-chirurgische en niet invasieve methoden om een medisch probleem te behandelen. Fysiotherapie is een bekende vorm van conservatief behandelen.
Invasief behandelen wil dus zeggen dat er wel gekozen wordt voor een operatie of andere invasieve behandeling zoals een injectie. Maar denk ook bijvoorbeeld aan katheterisatie. Deze benadering brengt meer risico’s met zich mee en hier komen complicaties vaker voor in vergelijking met conservatief behandelen.
Fysiotherapie bij arthrofibrose
Het doel van fysiotherapie bij een stijve knie na totale knieprothese is om meer mobiliteit in het gewricht te winnen door een combinatie van passieve mobilisaties en oefentherapie om de kniefunctie te optimaliseren. Het doel van fysiotherapie is ook om spierkracht te herstellen. Door een verminderde bewegelijkheid zien we dat de kracht van het bovenbeen(quadriceps) fors kan afnemen. Oefentherapie kan ook bijdragen om de coördinatie, balans en proprioceptie te verbeteren om het normale looppatroon te herwinnen. Dit kan namelijk bijdragen aan pijnvermindering in de knie. Een afwijkend looppatroon heeft een negatieve invloed op pijn in de knie na een totale knieprothese.
Voorlichting en advies is uiterst belangrijk, met name in de eerste fase na de operatie. Het op tijd starten met fysiotherapie brengt de beste resultaten met zich mee. Vaak wanneer er structurele beperkingen in bewegelijkheid optreden is het lastig om dit later nog te corrigeren. Het succes van fysiotherapie is afhankelijk van de mate van arthrofibrose en de individuele inzet en reactie van de persoon. In sommige gevallen kan een aanvullende behandeling noodzakelijk zijn om weer meer beweeglijkheid in de knie terug te winnen. Het is ook belangrijk om goed de voortgang te bespreken met je orthopedisch specialist. Geduld is hierin noodzakelijk. Het is belangrijk om de aanwijzingen van je behandelend fysiotherapeut op te volgen om de beste resultaten te behalen in de behandeling van arthrofibrose.
Door bewegen van de knie tijdens narcose
Het doorbewegen van de knie onder narcose wordt meestal uitgevoerd wanneer conservatieve behandeling niet het gewenste resultaat heeft gebracht. Deze procedure staat bekend als manipulatie onder anesthesie (MUA). Ook hier is het doel om bewegingsvrijheid in de knie in zowel strekken als buigen te herstellen. Hoewel deze procedure vaak effectief is kan het ook risico’s met zich meebrengen. Om deze reden wordt er alleen voor gekozen wanneer andere behandelingen niet succesvol zijn geweest. De beslissing om daadwerkelijk over te gaan op deze procedure wordt gemaakt door de orthopedisch chirurg in samenspraak met de patiënt. Over het algemeen wordt een MUA uitgevoerd binnen 3 maanden na het vaststellen van arthrofibrose. Dit is in sommige gevallen twijfelachtig omdat er ook nog resultaten behaald kunnen worden met fysiotherapie. Wanneer er geen adequate fysiotherapie heeft plaatsgevonden is er nog steeds een sterke voorkeur voor een periode van fysiotherapie.
Conclusie
De behandeling van arthrofibrose na een totale knieprothese kan op verschillende manieren worden ingevuld. Conservatief behandelen heeft in eerste instantie de voorkeur. De noodzaak voor adequate fysiotherapie is hoog, zeker in de eerste fase na de operatie van een totale knieprothese. De focus moet vooral liggen op de vroege revalidatie na operatie waarbij factoren als mobiliteit, spierfunctie en coördinatie veel gevraagd moeten worden voor een optimaal resultaat. Mocht dit niet het gewenste resultaat brengen dan kan er in goed overleg worden gekozen voor een manipulatie onder anesthesie, of wel doorbewegen van de knie onder narcose. Ook na deze procedure is het van belang op weer snel te starten met fysiotherapie om de gewonnen beweeglijkheid van de knie te onderhouden en mogelijk nog te verbeteren.
Het is van belang mee te geven dat er een groot verschil is tussen ‘normale’ stijfheid na een operatie of arthrofibrose. Het is een gegeven dat een knie waarbij een operatie heeft plaatsgevonden gedurende langere tijd een stijver gevoel kan geven. Zowel direct na het wakker worden als tijdens de start van bewegen. Ditzelfde gevoel van stijfheid ervaren mensen ook vaak bij artrose. Het verschil is dat er na operatie als het goed is geen artrose gerelateerde pijn meer bestaat. Bij arthrofibrose hebben we het dus niet alleen over een stijf gevoel, maar ook echt een bewegingsbeperking in het gewricht die ontstaat in de periode na operatie.
Richie Brouwer
Fysiotherapeut Vief leven
Ieder mens is anders, en ieders artroseklachten eveneens. Het is daarom zo belangrijk om persoonsgericht te werk te gaan en de persoonlijke doelen en behoeftes in kaart te brengen. Onderbouwd met wetenschap en informatie kunnen we fysiotherapie zo efficiënt en doelgericht mogelijk aanbieden. Door daarnaast ook nog eens ons resultaat te meten, zijn we transparant en weten we wat we samen hebben bereikt.
Vief Leven
Met Vief Leven willen we mensen met artrose voorzien van kracht en kennis om zo weer grip te krijgen op hun eigen gezondheid en vrijheid in het leven.